“Het natuurgebied bij de Honswijkerplas kent een soortenrijkdom waar je U tegen zegt. We vinden hier bizarre aantallen vogels en zeldzame soorten voor een relatief klein gebied”
Dat zeggen de vogelaars Herman Bouman en Ben de Kruijff. Zij struinen met grote regelmaat door het nieuwe natuurgebied dat Dekker Groep aan het aanleggen is langs de Lek bij Tull en ’t Waal. “We staan er perplex van”, zegt De Kruijff.
De vogelaars doen er waarnemingen en ringen er vogels voor het Vogeltrekstation, waarvoor Bouman, ook ecoloog van beroep, een vergunning kreeg.
Bouman: “Het eerste jaar, in 2020, ringden we ongeveer 2100 unieke vogels, van zo’n 53 verschillende vogelsoorten. Het jaar erop ringden we er nog ongeveer 1400. Met de doortrekkers erbij zijn er in het gebied ongeveer 230 verschillende soorten vastgesteld. En het is ook als doortrekgebied voor vogels van belang.”
Ben de Kruijff komt al sinds jaar en dag in de Honswijkerwaard en zag het landschap veranderen. “Dit was vroeger een mooie uiterwaarde met diverse oude kleiputten met goede natuurwaarden.
Het bestond grotendeels uit verschillende graslanden en maispercelen. En er stroomde een beekje richting de Lek. Verderop lag er een rietput: een moerasje met poel, en langs de oude zomerkade stonden diverse meidoornstruiken waar veel vogels op af kwamen.”
“Tussen 2006 en 2015 zijn in de Honswijkerwaard grondstoffen gewonnen. Tijdens deze werkzaamheden ontstonden hier en daar ondiepe plassen met slikkige oevers. Dat trok toen diverse zeer zeldzame steltlopers aan, die op doorreis waren naar hun broedgebieden.”
Na de ontgronding is de Honswijkerplas ontstaan, die deels al werd - en deels nog verder wordt - aangelegd. Aan de noordkant is een recreatieplas aangelegd met zandstranden en aan de zuidkant wordt het natuurgedeelte ingericht. Op de kades en oevers wisselen nu riet, poelen, meidoornen, moeras, en straks ook flauwe oevers, elkaar af.
De Kruijff: “Door het ontstaan van de Honswijkerplas zijn er andere soorten vogels naar het gebied getrokken. Soorten die meer in het riet of moerasgebied voorkomen."
Bijvoorbeeld ook de Cetti’s zanger (zie de foto van Herman) die vanuit het zuiden van Europa nu Nederland heeft bereikt, vertellen De Kruijff en Bouman: "In 2016 is de eerste waarneming gedaan en sindsdien is deze soort eigenlijk alleen maar toegenomen. We hebben er veel geringd. Maar ook hebben we inmiddels 41 individuele ijsvogels gevangen en geringd en hebben we een jonge havik en een verschillende sperwers geringd. Het is een bijzondere ervaring om zulke soorten in je hand te houden als je ze ringt.”
De vogelaars hopen dat er ook een gebied met moeras en brede zones met overjarig riet en waterriet ontstaat, waar de roerdomp, grote karekiet en misschien zelfs de woudaap zich thuis voelen.
Om voorzichtig te ringen, of ringen uit te lezen, moeten vogelaars vogels eerst vangen. Dat gaat door het spannen van lange netten, vaak bij een lijnelement in het landschap, zoals een paadje of overgang van open water of land naar een bosje of struweel.
Door het ringonderzoek de komende 10 jaar uit te mogen voeren, kan Bouman samen met De Kruijff straks goed over langere tijd zien of soorten en aantallen in het gebied toenemen of afnemen. En of vogels vaker terugkomen. Gecombineerd met ander vogelringonderzoek ontstaat ook het plaatje hoe ze van en naar andere gebieden bewegen.
Naast vogels zijn er ook al veel andere mooie soorten gesignaleerd, zoals de wezel, bunzing, de vos en de bever.
Bouman en De Kruijff vertelden hun vogelavonturen tijdens een excursie voor de klankbordgroep uit de omgeving van Tull en ’t Waal. Zij vormen het klankbord voor het project waarin Dekker Groep eerst het naastgelegen recreatiegebied inrichtte, met inmiddels veelgebruikte strandjes. En waarin Dekker Groep nu nog tot 2027 werkt aan het afmaken en inrichten van de natuuromgeving. Daarbij wordt nu de natuurplas aangelegd en straks de inrichting definitief gemaakt.
© 2018 Dekker groep BV | Alle rechten voorbehouden | Disclaimer | Privacy | Algemene Voorwaarden